Een neuroloog stelt de diagnose CIAP op grond van een combinatie van klachten die de patiënt ervaart, de resultaten van zenuwgeleidingsonderzoek die wijzen op een polyneuropathie en onderzoeksresultaten die een andere oorzaak voor polyneuropathie uitsluiten.
- De klachten bij CIAP bestaan uit gevoelsstoornissen, variërend van gevoelloosheid tot tintelingen en pijn, evenwichtsstoornissen en spierzwakte. Deze klachten beginnen in principe altijd in de voeten en onderbenen. Later kunnen de klachten ook in de handen en armen voorkomen.
- Opvallende verschijnselen bij CIAP zijn evenwichtsstoornissen, klapvoeten en vermoeidheid.
- Uit aanvullend bloedonderzoek wordt duidelijk of er sprake is van een specifieke oorzaak voor polyneuropathie, zoals suikerziekte, vitaminegebrek, infecties of ontstekingen. Zie ook de vraag ‘Wat gebeurt er bij bloedafname?’ voor uitleg over de praktische uitvoering van dit onderzoek.
- Om het functioneren van spieren en zenuwen te onderzoeken wordt een zenuwgeleidingsonderzoek of elektromyogram (EMG) verricht. Daarvoor worden elektroden op armen of benen geplaatst die signalen van de zenuwen opvangen. Door prikkeling van de zenuwen met elektrische schokjes kan worden vastgesteld welke zenuwen zijn beschadigd. Om de werking van de spieren en zenuwen extra te onderzoeken, moet er soms tijdens een EMG met een dun naaldje in de spieren geprikt worden. Alle reacties van zenuwen en spieren kunnen door de uitvoerder van het EMG via een beeldscherm gevolgd worden. Zie de vraag ‘Wat gebeurt er bij een EMG?’ voor uitleg over de praktische uitvoering van dit onderzoek.