Het duurt vaak lang voordat de diagnose CIAP kan worden gesteld. De klachten die CIAP met zich meebrengt lijken vaak op normale ouderdomsklachten, zoals stijve knieën, stramme benen en moeite met bukken en tillen. Pas wanneer iemand moeilijker zijn evenwicht kan bewaren of kan lopen en vaak prikkelingen of een koud gevoel in de benen heeft, is dat reden voor de huisarts om door te verwijzen voor neurologisch onderzoek.
Voordat de neuroloog de diagnose CIAP stelt, onderzoekt hij kracht, gevoel en reflexen en moet hij een andere polyneuropathie kunnen uitsluiten. De verschijnselen van CIAP lijken namelijk vaak op andere polyneuropathieën met bekende oorzaken, die daarom anders behandeld moeten worden.
- Om het functioneren van spieren en zenuwen te onderzoeken wordt een elektromyogram (EMG) gedaan. Daarvoor worden elektroden op de armen of benen geplaatst die signalen van de zenuwen opvangen. Door prikkeling van de zenuwen met elektrische schokjes kan worden vastgesteld welke zenuwen zijn beschadigd (zenuwgeleidingsonderzoek). Soms kan de neuroloog het onderzoek uitbreiden met naaldonderzoek om het spierbeeld beter te bestuderen. De reacties kunnen via een beeldscherm gevolgd worden.
Uit aanvullend (bloed)onderzoek wordt duidelijk of er sprake is van een andere polyneuropathie dan CIAP, bijvoorbeeld als gevolg van diabetes, alcohol- of medicijngebruik, infecties of ontstekingen. Vaak voorkomende oorzaken van polyneuropathie kunnen veranderen over de tijd. Zo moet met name het tegenwoordige gebruik van lachgas uitgevraagd worden als oorzaak van polyneuropathie op jongere leeftijd. Tegenwoordig komen ook vitaminedeficiënties weer vaker voor, met name een tekort van vitamine B1 en B12. Als er een onderliggende oorzaak voor de polyneuropathie wordt gevonden, dan moet deze behandeld worden.